Sri Lanka, een juweel in Azië (zeggen ze zelf)

25 juli 2015 - Avudangawa, Sri Lanka

Maandag 20 juli zijn we, via een overstapnacht in Kuala Lumpur, aangekomen in Sri Lanka, in het plaatsje Negombo. Zelf vinden we Ceylon veel mooier klinken trouwens. Ondanks dat hier aan deze kant van Ceylon in deze tijd van het jaar de zuidwest moesson waait, was het prachtig weer. De hoofdstad, Colombo, hebben we overgeslagen, één van de weinige keren dat ons dat is gelukt op deze reis. Omdat we weer van oost naar west reizen, kregen we er deze keer 2,5 uur bij. Een mooie lange dag dus.
Over Airasia kunnen we eigenlijk niet zo veel slechts verzinnen, we zijn er nu een paar keer mee gevlogen. Vergelijk het maar met Transavia en consorten. Alleen het inchecken op Kuala Lumpur duurt bij deze maatschappij een eeuwigheid. Op de overige vliegvelden was het overigens nooit een probleem, maar beide keren dat we van Kuala Lumpur vertrokken was het een ramp. Maar ja, het is natuurlijk een prijsvechter.
Over de overnachting in Kuala Lumpur, bij het vliegveld, valt echt niks te melden, niet positief en niet negatief. Gewoon niks.
Het visum voor Sri Lanka was zo gepiept. Je gaat naar het loketje voor Visa on Arrival, je betaalt 35 dollar, daarvoor krijg je een kwitantie, en daarmee ga je naar de immigratie en die plakt dan zelf het visum(pje, een stickertje van 3 bij 2 cm.) in je paspoort. Een stempel erbij en je mag doorlopen. Officieel mag je geen sigaretten invoeren in Sri Lanka, maar omdat er niemand stond bij de douane zijn we maar zo doorgelopen.
Nadat we bij het hotel waren afgezet en de kamer hadden betrokken, zijn we nog even Negombo ingelopen, om te pinnen (in één keer gelukt), en hebben we lekkere (Indiase?) curry gegeten. Het is hier allemaal wel duurder dan in de Filipijnen. We merken dat we weer richting Europa gaan...
Dinsdag was het weer prachtig weer, en omdat we weer hectisch drukke rondreisweken (hmmhmm) tegemoet gaan, hebben we het nog maar even rustig aan gedaan. Dat betekent de hele dag bij en in het zwembad.
Woensdag idem dito.
Donderdagochtend hebben we een stadstour door Negombo gemaakt, onder andere naar de visafslag en de visdrogerij op het strand. Het is heel apart om te zien dat over een afstand van een paar honderd meter het hele strand vol ligt met vissen om te drogen. En dat er geen meeuwen ofzo op af komen. Verder een stukje van de oude stadsmuur, die nu de toegang vormt tot de plaatselijke gevangenis. Het was net bezoekuur... Daarna een niet zo heel imposante kerk en we hebben nog een blik op de lagune geworpen. Weer terug bij het hotel hebben we dat gedaan waar we de laatste twee dagen goed in zijn geworden.
Vrijdag zijn we dan echt met de rondreis begonnen. Om half negen zijn we opgehaald en naar Dambulla gereden. Sri Lanka is best wel een mooi, groen land, met redelijk goede wegen, waar maar af en toe wat vertraging is door werkzaamheden. Als je het binnenland in rijdt is het eerst redelijk vlak, maar na een uurtje wordt het ineens heuvelachtig. En de palmbomen maken dan plaats voor gewone loofbomen. In Dambulle hebben we een, ja, daar is 't ie weer, een boeddistisch klooster bezocht. Maar wel een leuke, in de grot zijn heel veel muurschilderingen en plafondschilderingen uit de elfde eeuw te zien. En natuurlijk weer een overvloed aan Boeddah beelden. Op het laatste stukje naar de grot, wat je lopend aflegt, zitten weer veel apen, allemaal met een rood gezicht. Alsof ze zich vreselijk hebben ingespannen.
Daarna zijn we naar het hotel in Sigirya gegaan om in te checken. Na twintig minuten zijn we weer verder gegaan, voor een jeepsafarie door een natuurpark. Het leek wel Afrika: een krokodil, pauwen, apen (met zwarte gezichten), waterbuffels, heel veel olifanten (met zo te zien pasgeboren baby's). En nog de nationale vogel van Sri Lanka, waarvan de naam zo even niet te binnen schiet, maar die wel zeldzaam schijnt te zijn. Het was alles bij elkaar heel erg de moeite waard.
Zaterdag hebben we eerst een rondrit door de verbluffend mooie omgeving van Sigirya gemaakt. We zijn onder andere bij de Leeuwenrots geweest. Die kun je beklimmen, als je in hele goede conditie bent in twee uur, en anderhalf uur weer naar beneden. Het was best al wel warm. We hebben in 10 minuten er een paar foto's gemaakt. Daarna hebben we een tochtje met een roeicatamaranboot gemaakt. Dat stelde niet zo gek veel voor en door de wind waaiden we ook steeds naar één kant van het meertje. Daarna hebben we een nagenoeg verlaten dorpje bezocht en kregen we wat uitleg over de verschillende kruiden die hier verbouwd worden. Als de regens terug komen, komen de lokale boeren ook terug. Ze hebben dan nog wel wat renovatie te doen aan hun huizen. Bij een familie die er nog wel woont hebben we een mengseltje van kokos, pepertjes en zout gegeten, op een soort broodje, ook van kokos. Als je het leest denk je misschien van mwoh, nou, het was echt lekker (kokossambal noemen ze het, we weten niet of het op wikipedia staat).
Daarna met een ossenkar en een tuktuk terug naar de auto. En door naar een plaatselijke massagesalon. Er werd verteld dat je dit niet mag missen als je op Sri Lanka bent. We zijn er geweest, en we hoeven geen tweede keer.
Morgen gaan we door naar Kandy.
Opvallend aan Sri Lanka is dat het een heel erg net land is. Bijna nergens ligt rotzooi, dat is wel anders in de rest van Azië. En langs de wegen heb je, buiten de dorpjes, bijna geen winkeltjes, dat is wel anders dan in de rest van Azië. En er zijn belachelijk veel Nederlandse toeristen, bijna allemaal gezinnen met kinderen. Het is zeker vakantietijd in Nederland.
Maaike en Harm

Foto’s

1 Reactie

  1. Linda:
    27 juli 2015
    die sambal lijkt me wel wat :)
    vannacht genoten van al je foto's!
    Groetjes