Borneo

7 juni 2015 - Sandakan, Maleisië

Donderdag 04 juni zijn we met de speedboot, een auto, een vliegtuig en weer een auto naar het hotel in Kota Kinabalu gebracht. Met weemoed in het hart hebben we afscheid genomen van de Perhentians, maar ja, we moeten door hè. KK is gewoon weer een stad, net als alle andere. Opvallend was wel dat we bij aankomst in Sabah (Borneo) weer door de immigratie moesten en we nog een stempeltje in het paspoort er bij kregen.
We zijn tegen zonsondergang nog even de plaatselijke heuvel opgelopen naar een uitzichtpunt, voor de daadwerkelijke ondergang waren we net te laat, maar het was alsnog wel mooi.
Vrijdag 05 juni (hieperdepiep) zijn we om half vijf opgestaan, omdat we om half zes naar het vliegveld werden gebracht. We kregen nog wel een ontbijtje mee. Om zeven uur vertrok het vliegtuig en om kwart voor acht waren we in Sandakan. Vandaar meteen door naar Sepilok, naar een opvangcentrum voor Orang Utangs. Omdat dat pas om negen uur openging, moesten we nog een half uurtje wachten. Daarna eerst een filmpje, en toen het echte centrum in, waar de beesten om tien uur gevoerd worden. Het is een open opvang, de beesten kunnen dus zelf in en uit lopen. En dat was te merken, bij het voeren kwamen er maar twee opdagen. De rest van het voer werd opgegeten door Makaken. Verder had het een hoog Apenheul-gehalte. Maar ze zullen er vast heel goed werk doen.
Om elf uur was het tijd voor de lunch, en daarna met een speedboot in 2,5 uur naar Sukau, midden in de jungle. Onderweg zagen we een groep Neusapen, hier merkwaardigerwijs Dutch Monkeys genoemd. Na de ontvangst in het hotel werden we geroepen of we nog Orang Utangs wilden zien. Eh, ja, dat is goed. Bleek er in de jungle achter het hotel een gezinnetje van vader, moeder en kind te zijn gespot. Dat was toch wel leuker dan in het opvangcentrum. Ze zijn alleen verdraaid lastig te fotograferen. Vervolgens stond er nog een riviersafarie op het programma, en bij die tocht hebben we wel heel veel dieren gezien (95% gespot door de gids). Nog twee echte wilde Orang Utangs, twee soorten slangen, verschillende vogels (neushoornvogels en, gek genoeg, ijsvogels), nog meer neusapen, een varaan en nog veel meer.
Het eten werd in het hotel als een buffet geserveerd. Met onder andere aardappels en rundvlees. We hebben de nasi maar een keer overgeslagen.
Zaterdag weer vroeg uit de veren om vogels (woordgrapje) en andere dieren te spotten. Onder andere een best wel grote krokodil, en voor de rest dieren die we daarvoor ook al hadden gezien. Daarna het ontbijt. Om half elf stond de wandeling door de oerwoudtuin gepland, waarbij er veel uitleg werd gegeven over de verschillende planten, welke eetbaar zijn, welke giftig zijn, enzovoort. En over hoe je kunt overleven als je verdwaalt in de jungle of gebeten wordt door een slang. We hopen de tips niet nodig te hebben. Na de lunch was er even niks, op het warmst van de dag vallen er toch geen dieren te zien, die houden ook siësta. Om drie uur zijn we op eigen houtje nog een keer over het tuinpad gelopen, en hebben we helemaal alleen de moeder met kind Orang Utang terug gevonden. Best knap van onszelf. En we hebben er nu wel mooie foto's van kunnen maken. Om vier uur weer een boottocht, deze keer voornamelijk op zoek naar de Borneose Pygmee Olifant. Helaas hebben we deze niet gezien (of zijn ze zo klein dat we ze over het hoofd hebben gezien?). Maar wel heel veel andere dieren, die we nu beter hebben kunnen fotograferen dan daarvoor. 's Avonds zijn we nog een rondje wezen lopen, maar op één neushoornvogel en vier vuurvliegjes na hebben we niks speciaals meer gezien.
Zondagochtend zijn we weer met de speedboot naar Sandakan gegaan. Onderweg zag de gids nog een krokodil op de oever liggen, dus daar hebben we nog maar even gestopt voor een paar foto's. En vijf minuten later, jawel, toch nog een groepje olifanten, die net de rivier over gezwommen waren en tegen de oever opklommen. We konden nog net een foto van de achterkanten maken. En zo klein zijn ze nou ook weer niet, de naam Pygmee is niet helemaal terecht. In Sandakan hebben we eerst geluncht, om half twaalf, terwijl we om half negen nog aan het ontbijt zaten. Tja...
Daarna hebben we het Rainforest Discovery Center bezocht, maar omdat het net regende hebben we daar geen dieren meer gezien. De bijbehofende botanische tuin hebben we in recordtempo gedaan (maar toch al meer dan in Birma). Daarna naar het herdenkingsmonument voor de slachtoffers van de dodenmarsen, die hier in de tweede wereldoorlog door de Japanners werden georganiseerd. Ook weer zo'n stukje geschiedenis waar we eigenlijk niks van af wisten. Heel erg vergelijkbaar met de geschiedenis bij de River Kwai. En dat in mei en juli 1945, toen de oorlog in Europa dus al was afgelopen.
Nou nou, poeh poeh, dat was best weer veel, we zijn weer aan een paar dagen rust toe. Morgen gaan we naar Lankayan, zeg maar een Maledivisch eiland, maar dan bij Borneo. We zijn er aan toe.
Maaike en Harm

Foto’s